Soms steek ik de sleutel in het slot van het leven en plots schittert alles en durf ik bijna niet uit elkaar te springen van puur geluk. Dan dans ik achter mijn voeten aan, zijn mijn haren wilder dan ikzelf en waar ergens nog diep van binnen een voorzichtig waarschuwend stemmetje zich roert (“Mir, rustig…”) is de rest van mijn heel mijn wezen al als een wervelende orkaan rond aan het springen tussen de sterren, rond aan het tollen op de aarde en diepzee aan het duiken met sprankelende dolfijnen.

Hoe dat nu zit met die sleutel? Ik geef één aanwijzing: het heeft te maken met je verlangen...