Levenspaden lopen niet altijd zoals je van tevoren zou denken. Ik verliet het pad der sociologie, wetenschap, onderzoek. Hoe interessant het ook was. Hoe leuk mijn collega’s ook waren. Ik voelde dat er voor mij een ander pad was. Ik begaf me op het pad van mensen, lichaamswerk, bevrijding van spanning en emoties en leven naar wat er echt toe doet. Het was een mooi pad én ik wilde verder. Ik wilde geen geasfalteerd pad, noch een gewoon zandpad. Ik wilde klauteren over een pad bezaaid met bemoste rotsen, met uitzicht op wilde watervallen, in de schaduw van reusachtige bomen en met als enig doel een oude, heldere bron van wijsheid en magie. Ergens moest zij toch zijn? Ik vond haar en wilde blijven, blijven, blijven… drinken van haar wijsheid, inzicht, schoonheid. Maar ik was niet gekomen om alleen maar bij de bron te blijven, kwam een wijze fee mij vertellen in het heetst van de middagzon. Ik wist dat zij gelijk had.

Ik keerde terug in de wereld en wist niet waar te beginnen. Het was niet een wereld waar ik graag in was. Waar was iedereen mee bezig? En waarom waren zovelen gehaast, gestresst, ziek, depressief en ongelukkig? Waarom hadden kinderen, KINDEREN, al het gevoel dat ze het te druk hadden? Waarom zaten kinderen al onder de medicijnen? Waarom leek niemand iets te begrijpen van gezonde voeding & leefomgeving? Ik wilde liefst terug naar de bron. Terug naar daar waar alles in overvloed aanwezig is. Liefde. Schoonheid. Geluk. Heelheid. Vreugde. Levensenergie. Dan zou ik nog lang en gelukkig leven. Nee. Nee? Nee. Want ik kwam hier niet voor niets. En dus begon ik opnieuw mijn verhaal te schrijven. Mijn verhaal voor de rest van mijn leven. Welke paden zou ik nu gaan volgen? Ik voelde even geen behoefte aan nieuwe paden; hooguit aan verdieping van de huidige. En ik voelde mij verbonden met mijn sisters die zo worstelden. Die leden. Onder hun vermoeidheid, angsten, tekort aan zelfliefde, ziektes, depressies. Steeds als ik vergat naar de bron te gaan onderging ik hetzelfde. Maar ik ging vaak terug, het pad werd steeds makkelijker en de verbinding steeds sterker. En ik wilde mijn sisters de hand reiken. Kom maar, gestrande reizigster, ik trek je overeind. Klauter met me mee over het rotsige pad en vind de bron. Vind jezelf. Vind je verhaal. Vind je liefde voor het leven weer terug. Je liefde voor de aarde. Laat je lach weer in de straten schallen. Ik ga paden aanleggen, dat is wat ik ga doen. Paden langs welke je weer bij de bron uit komt. Geen geasfalteerde. Er zijn geen snelle en makkelijke. Maar voor wie wil, voor wie daadwerkelijk bereid is te gaan en zichzelf al gaande onder ogen te zien, is er een pad. Ik loop met je mee als het oneindig lijkt, spring met je mee over de afgrond en leer je het pad te vinden in de nacht als het donker is.